Verhaal Baarle 2

Vrijwilligerswerk

Het was lang geleden dat Suzanne nog had lopen neuriën op straat. Maar sinds gisteren gonsde A perfect day door haar achterhoofd, nadat ze Lou Reed al zappend had ontmoet in een live concert uit lang vervlogen tijden.

A perfect day. Eigenlijk was het dat, de omstandigheden in acht genomen. De zon scheen aarzelend, de knoppen van de Japanse kerselaars stonden op openbarsten. Ze was naar de markt gefietst vanmorgen, waarna ze in haar keukentje de voorraad groente en fruit in twee porties had verdeeld. Een grote portie voor zichzelf, een kleinere voor meneer Schmidt. Niet Smit, neen, Schmmmidt.. had hij bij hun eerste ontmoeting nadrukkelijk gesist, als een stoomlocomotief. Toen al zag ze aan zijn ogen dat hij een man was waar niet mee te spotten viel. Vast een oud-onderwijzer. Of een militair. De verhalen van vroeger waren echter nog niet aan de orde gekomen. Eerst moesten ze aan elkaar wennen in het hier-en-nu en hun constellatie uittesten. Hij de bejaarde, vereenzaamde weduwnaar, zij de gezinshulp. Hij de opdrachtgever, zij de ondergeschikte.

Bij de kennismaking hadden ze koffie gedronken uit kopjes waar ze eerst het stof uit had geblazen, met een schepje suiker dat ze moest loshakken uit een kristallen rotsformatie. Twee ochtenden in de week zou ze hem voortaan komen helpen. Vandaag, op haar eerste werkdag, zou ze soep voor hem maken. Geen betere basis voor het opbouwen van een vertrouwensband dan de geur van verse soep in huis.

Ze zou precies op tijd zijn, daar hielden oude mensen van. Toen ze het flatgebouw naderde, zag Suzanne in de verte iets op het grasveld liggen. Of was het iemand? Ze huiverde en versnelde haar pas. Het bleek een ouderwetse winterjas te zijn, met visgraatmotief. Een portefeuille was achteloos uit de binnenzak geschoven. Een eindje verderop ontdekte ze puntige scherven van iets wat een vaas geweest moest zijn. Daarnaast lag een ouderwetse trouwfoto in een zilveren lijst. Ondanks het gebroken glas herkende ze, aan de zijde van een gesluierde bruid, een jongere versie van Meneer Schmidt. Ze keek omhoog en telde de balkons. Op de achtste verdiepingen waar hij woonde, stond de schuifdeur half open. Een roomwit gordijn wapperde zachtjes naar buiten.

Haar hart klopte in haar keel. Ze duwde de glazen deur van de hal open, drukte met een bevende vinger op de bel van de Heer P.M. Schmidt. En wachtte…

Hoofdstuk 2

Daar zat ze dan, in een oude fauteuil, het bekende model dat zo een beetje uitwaaiert naar boven. Met van die houten knoppen erop. Deze had ook nog eens flinke slijtageplekken op de armleuningen, dat zag je wel meer bij de ouderen in hun huizen. De spullen van de heer Schmidt in een plastic tas naast haar op de grond. Ze had alles maar opgeraapt en meegenomen.

Er was blijkbaar niets aan de hand, want hij had de deur gewoon voor haar opengedaan, althans, deze had bij aankomst boven op een kier gestaan. Meneer verwachtte blijkbaar geen tussentijdse indringers of moeilijkheden. Ze was binnen gegaan, half verwacht hem daar gelijk te treffen, meneer Schmmmidt. Zo had hij het gezegd, en ze had een lach onderdrukt. Gauw nog een frisse teug lucht genomen van buiten vlak voordat ze de deur had gesloten. Waarom ruikt het altijd enigszins muf in oude huizen of in de huizen waar oude mensen wonen? En waarom stinkt het zo naar pis in die oude flatgebouwen. Misschien mooi verbouwd met een nieuwe glazen pui zoals beneden maar toch oud. Dronken mannen die het "ineens" niet meer konden houden? Mannen ja, Suzanne kon zich niet voorstellen dat een vrouw zich daar zou laten leeglopen. Of kinderen die het leuk vinden om een ander in hun plas te laten staan terwijl ze met de lift moeten?

Meneer Schmidt stond haar niet op te wachten achter de deur, dus had ze zachtjes geroepen. "Hallo, hallo, ik ben het, Suzanne." Waarvandaan precies wist ze niet maar een ietwat krakende stem had geantwoord, ''loopt u maar door, maar sluit de deur achter u", en zo had ze gedaan. De schrijfster keek haar aan. Vanaf waar ze zat was Suzannes blikveld voornamelijk gevuld met de aanblik van de overvolle boekenkast. Boeken kris kras door elkaar en op elkaar gestapeld. Boeken achterstevoren en ondersteboven, een waar stapelkunstwerk, geen zichtbare volgorde, althans niet zichtbaar voor Suzanne. Dit ene boek stond met de achterkant gericht naar de woonkamer. Een gezicht keek Suzanne aan. Misschien dat dit het volgende klusje kan zijn had ze gedacht. De soep stond al te pruttelen. Nu zaten ze aan de koffie, ditmaal gezet door hem.

Ze voelde zich niet zo goed vandaag, niet heel actief, dus een bakkie ging er wel in. Ze was eigenlijk nog moe van gisteravond. Ze had het ook veel te laat gemaakt met dat cammen op internet. Ze was gewoon goed bezig vond ze zelf, fijn geld aan het verdienen. Ze moest toch ook een inkomen hebben dacht ze. Je kunt niet leven van liefdadigheid zoals dit vrijwilligerswerk bij bejaarden.

Sinds ze zich bij Camdate.com had ingeschreven en ze daar als performancer bezig was, had ze wel wat verdiend. Wel beter dan "wel wat", het was zelfs zo dat ze gisteren een Jackpot won van €750,- voor meest bekeken cam van de week. Gisteren alleen al 667 bezoekers. De duivel én God had ze grappend bedacht. A perfect day, ach ja, alles is relatief. Mooi nummer trouwens.

Het semi tragische ervan, en ook het slepende ritme, ja dat was iets waar ze wat mee kon, bewegen als een godin, het gekmakende ervan als ze zich steeds beetje bij beetje meer blootgaf, steeds een stukje verder ging totdat ze zichzelf niet eens meer wist in te houden en zich volop stortte op hetgeen verlangd werd, het vervullen van dat verlangen, haar eigen verlangen én daarmee dat van de klant. Ja een echte song voor haar performance, ze zou het misschien zelfs vanavond al gebruiken.

XXRoxanne, multi culti babe, overal voor in, ha ha, zo had ze zichzelf omschreven op Camdate. En de mannen gingen er voor, vrouwen ook trouwens. Roxanne, gestolen van The Police. You don't have to put on the red light, those days are over, nou ja, sort of dan, deze Roxanne had alleen toeschouwers, niemand in bed. XXRoxanne !! ,dat was ze...

Met wie had Lou Reed eigenlijk zo een perfecte dag gehad vroeg ze zich af, en of ze na het wandelen en het ijsje het ... nog gedaan hadden. Wat bedoelde hij nu eigenlijk met de zin You're going to reap just what you sow op het eind. Dat vond ze niet echt fijn klinken. Ook het stukje You made me forget myself. I thought I was someone else, someone good… was hij dat niet dan? Maar wat zit ik nou te mijmeren dacht ze en kwam weer bij uit haar overpeinzingen.

Bij binnenkomst had meneer Schmidt niets gevraagd of gezegd, wat een beetje raar was. Ze had hem een goede middag gewenst maar ook daarop geen reactie. Hij had alleen geknikt. Ze was doorgelopen naar de keuken, al pratend over wat ze ging doen, een soepje maken, en over dat ze naar de markt was geweest. Verse groenten, dat hebben we nodig bazelde ze wat voor zich uit zich afvragend waarom hij niets zei. Ze had het al snel opstaan want ze had de meeste voorbereidingen thuis al gedaan.

Gewezen had hij naar de stoel waar ze nu zat en hij had haar aangekeken met zijn helblauwe ogen, die ondanks de algehele sfeer die ze gevoeld had vragend naar haar keken. Vragend en vrolijk, nee, blij en onderzoekend, uitnodigend om zelf initiatief te tonen, om zelf te beginnen met vertellen. Wat ze zelf kwijt zou willen, niets dwingends hierin. Hij had de koffie geschonken. Eerlijk gezegd voelde ze zich er wel bij, bij die blik, heel anders dan ze van hun eerste ontmoeting had herinnerd of wat ze net had gevoeld, iemand met wie niet te spotten viel, maar niet veel van de openheid die ze nu zag.

Meneer Schmidt had haar toen pas een vraag gesteld. 'Wie ben jij?'

Nu zat ze daar al dik 5 minuten over te prakkiseren. Even had ze gedacht dat hij zo dement als een aardappel was maar dat betwijfelde ze nu ten zeerste. Ja natuurlijk had ze direct geantwoord maar meneer Schmidt was uitgevallen tegen haar. 'Nee, ik vraag je niet hoe de mensen je noemen of hoe je jezelf noemt maar wie je bent.'

'De thuishulp' was haar tweede antwoord geweest maar gesnoef was wat daarop volgde. Ze besloot de vraag te negeren en had zelf een vraag gesteld. 'Wat is de bedoeling van het naar beneden gooien van uw spullen'? Meneer had geantwoord 'dat ben ik niet meer'. Daarna was ze afgedwaald geweest, wat een antwoord ook?! En wat een vraag ook!? Nu was ze er weer bij en keek nogmaals om haar heen. Het warme weer drukte op haar. Een druppeltje zweet vormde zich op het zachte roze vlees in haar nek. Die boekenkast, dat boek. Dezelfde ogen, die blik, viel haar nu op. Van waar ze zat kon ze de titel niet lezen. Wel dat het boek van hem zelf was.

Hoofdstuk 3

Met een knal gooide Suzanne de deur achter zich dicht, blij dat de middag erop zat. De dag was zo vrolijk begonnen, maar had een eigenaardige draai gekregen.
Wat een vreemde man, die Schmidt, wat stelde hij rare vragen. Wie zij zou zijn …!?! En ook dat hij zichzelf niet meer was …!? Waar sloeg dat allemaal op?

Nee, meneer Schmidt had waarschijnlijk, in een dolle bui, zelf al die spulletjes over de reling gesmeten, die zij vanochtend op het grasveld had gevonden. Daar hij niet erg spraakzaam was geweest, waren zij die middag niet meer op het vreemde voorval terug gekomen.

Ze zette de waterkoker aan voor thee. Liep de gang door naar de badkamer om een koude douche te nemen. Met nog steeds dat stomme liedje van Lou Reed in haar hoofd. Het begon echt een vervelend deuntje te worden. Na de douche nestelde zij zich op de bank met een kopje thee en een chocoladereep. Ze had geen zin meer om voor zichzelf te koken en besloot om later misschien een pizza te bestellen. Suzanne dacht verder na over de afgelopen middag.

Nadat zij en meneer Schmidt koffie hadden gedronken, had ze de afwas gedaan, de keuken aan kant gemaakt, alles afgestoft en zijn huisje grondig gestofzuigd. Zij had nog even de tijd gehad om stil te staan bij het boek dat zo opzichtig in de boekenkast stond.

De schrijfster was een donkerharige, zwoel uitziende vrouw, en gek genoeg, op de achtergrond van de foto stond ook meneer Schmidt! Gefotografeerd ergens waar de zon altijd leek te schijnen en waar de palmbomen weelderig groeiden.

Suzanne kon zich haast niet voorstellen, dat meneer Schmidt, een frivole zwoele schrijfster kende. Dusdanig goed zelfs, dat hij met haar op een boekomslag stond. Haar nieuwsgierigheid moest zij onderdrukken. Waar zou dat boek over gaan? Jammer genoeg kon ze het boek niet oppakken om het beknopte verhaaltje op de achterkant even snel te lezen. Meneer Schmidt hield haar nauwlettend in de gaten.

Ze keek op en zag dat Meneer Schmidt was opgestaan en wankelend naar de slaapkamer was geschuifeld. Suzanne kon nog net zien, door de nog half openstaande slaapkamerdeur, dat hij in zijn colbertjasje naar iets aan het zoeken was. Het bleek een zakflacon te zijn, die hij, nadat hij schichtig om zich heen had gekeken, aan zijn mond zette. Oh nee, dacht ze, nog een stiekeme drinker ook! Hij piste waarschijnlijk zelf in de hal beneden!

Even later zei meneer Schmidt dat hij naar de kroeg ging en of zij de deur goed achter zich dicht wilde trekken, wanneer ze wegging. Hij snauwde dat zij absoluut niet in zijn spulletjes mocht snuffelen. Mocht ze dat toch doen, dan zou hij haar onmiddellijk aangeven bij de vrijwilligerszorg. Zijn ogen zaten niet in zijn zak mompelde hij er nog achteraan.

Echt een lieve of aardige bejaarde was die meneer Schmidt niet!
Een uurtje later, nadat zij het huisje keurig netjes had achtergelaten, probeerde Suzanne haar goede humeur van die ochtend weer op te pakken. Zo besloot zij op weg naar huis nog even langs haar favoriete lingeriewinkel te wippen, om zichzelf wat op te fleuren .

Zorgeloos had ze 148,75 euro uitgegeven aan een bloedmooi rood lingerie setje, een bh, slipje, jarretelgordel en natuurlijk mooie netkousen. Netkousen voor op ”het net” giechelde ze nog! Vanavond zou ze er weer flink op los gaan. En hoopte daarmee gemakkelijk het geile setje terug te verdienen.

Na haar dagelijkse soap op de televisie, ging ze naar de slaapkamer om het setje aan te trekken. Zij maakte zichzelf zwaar op voor de show van vanavond.

Goh, dacht ze ineens, wat lijk ik op die vrouw op dat boek bij meneer Schmidt thuis. Hetzelfde postuur en met die donkere lange krullen. Ze zette een zwoele blik op en keek in de spiegel. Ja hoor, sprekend! De schrijfster! Alleen, er klopte iets niet.

De avond verliep ook al helemaal niet zoals ze zichzelf had voorgesteld. Haar show ging weer niet zo soepel. Eigenlijk … ronduit beroerd!

Het schouderbandje van haar nieuwe bh wilde niet sexy over haar schouder naar beneden glijden, maar bleef ergens halverwege in haar haar zitten. En de kous van haar linkerbeen liet vroegtijdig los van de jarretel, zodat Suzanne met een afgezakte kous en een bh op half zeven gefrustreerd in de webcam stond te staren. Ze was “live” en moest door voor haar publiek, om er nog iets van maken.

Beschaamd over haar eigen idioterie, deed ze even later de laptop dicht.
Tijdens het strippen waren haar gedachten steeds teruggegaan naar de foto op de kaft van het boek en zij meende het gezicht nog ergens anders gezien te hebben. De vreemde gelijkenis van zichzelf en de schrijfster! Daardoor had zij zich niet goed op haar act kunnen concentreren.

Suzanne liep naar de badkamer, haalde de make-up van haar gezicht en kroop in haar bed met een rot humeur. Ze had zichzelf wel heel erg voor schut gezet op de site. Ze zette haar wekker om 10.30 uur. Lekker lang uitslapen hoopte ze, zo snel mogelijk deze dag vergeten. Maar het in slaap vallen ging haar niet zo gemakkelijk af als normaal. Later, veel later, viel ze in een rusteloze slaap.

Hoofdstuk 4

Uiteindelijk kwam van uitslapen niet veel. In de uren tussen het wakker liggen en weer indommelen, had ze een besluit genomen. Het erotische dansen was mislukt, ze zou het even kalm aan doen en zich concentreren op meneer Schmidt en de foto op het boek, waar ze zo nieuwsgierig naar was.

Na een vlug ontbijt en het snel even doornemen van de voornaamste krantenkoppen, trok ze haar jas aan en ging naar de bibliotheek. Tegen het meisje aan de balie vertelde ze waar ze voor kwam. ”Ik zoek een boek, waarvan ik de titel niet weet, maar met een foto van een vrouw op de voorkant van de kaft.”

De receptioniste keek haar verbaasd aan. “Mevrouw, we hebben hier tientallen boeken met en over vrouwen op de kaft. Kunt u iets duidelijker zijn?”

“Nee, dat kan ik niet, ik heb het boek bij een vage kennis gezien, en volgens mij is het een foto van een bekende”, zei ze,” en dat wil ik uitzoeken.” Suzanne stond te wippen van de ene voet op de andere.
“U kunt rustig zoeken, maar zonder titel geef ik u niet veel kans.”
Suzanne begon vol overtuiging te snuffelen, tussen de honderden boeken, zonder veel succes overigens.

“Hebt u ook een overzicht van schrijfsters? “vroeg ze na enige tijd. Het meisje zocht bereidwillig in haar computer en draaide even later een lijst uit. Bekende en minder bekende namen verschenen. Bestsellerauteurs, afgewisseld met titels en namen van nieuwe en onbekende talenten.

Marianne Fredriksson, Nicci French, Saskia Noort, Kristien Hemmerechts, Diane Broeckhoven, en vele anderen ... Bij de naam Annie M. G. Schmidt moest Suzanne even in zichzelf glimlachen, en dacht aan de oude baas: ”meneer Schmidt” met dezelfde achternaam, die zo de nadruk op de ”m” in zijn naam had gelegd en stiekem uit zijn zakflacon had gesnoept.

Na een half uur gaf ze het zoeken op. Ze moest iets meer te weten komen over boek en foto en besloot een extra bezoekje te gaan brengen aan meneer Schmidt. De deur van de flat was gesloten, maar hij had gewillig geopend, nadat ze zich gemeld had als “Suzanne de thuishulp“. Hij was ook niet verbaasd, toen ze verklaarde over de uit te voeren werkzaamheden te komen praten, en leek zelfs iets toeschietelijker te zijn geworden, na een eerste kopje koffie.

Suzanne probeerde het gesprek op zijn boekenverzameling te brengen, die ze zag door de openstaande deur van het zijkamertje. Vooral het boek met de vrouw op de foto, dat zo prominent tussen de verzameling stond, trok weer haar aandacht. Meneer Schmidt volgde haar blik. ”Misschien komt het er nog van om die kast eens op te ruimen, maar er zijn nog wel andere dingen te doen voor een vrijwilligster”, zei hij.
“Als u wilt, zal ik er graag een avondje aan besteden”, zei Suzanne, “Ik ben erg geïnteresseerd in allerlei boeken, loog ze.
“Kom je dan vanavond terug ? “
“Als u dat op prijs stelt, doe ik het”.

Suzanne besloot de “Camdate”’ te laten voor wat het was.
Na haar avondeten wandelde ze terug naar de flat van meneer Schmidt en wachtte tot hij de deur voor haar opende, na haar druk op de bel ...

Hoofdstuk 5

Hé, dat had ze nog niet eerder gehoord, hij had muziek op staan. Stom toevallig, de song die de hele tijd door haar hoofd speelde: A perfect day van Lou Reed. Hij groette haar niet, maar wees op de stoel, keek haar aan en zong zachtjes You made me forget myself. I thought I was someone else, someone good… mee met de muziek.

Suzanne voelde zich ongemakkelijk. Wat had die oude man, hij wilde toch geen avances maken? Toen het lied afgelopen was, stond meneer Schmidt op uit zijn stoel, zette de cd-speler uit en ging vlak voor haar staan. “Jij,” wees hij op haar, “Wie ben jij?” “Dat heeft u mij al eerder gevraagd,” antwoordde Suzanne voorzichtig. Want wat wilde hij toch? Ze rook dat hij weer gedronken had.
“Je hoeft voor mij niet bang te zijn hoor,” zei de oude man ineens bitter. “Ik heb nog nooit een vrouw iets gedaan en daar ga ik op mijn oude dag echt niet mee beginnen.”
“Nee, dat is niet waar,” corrigeerde hij zichzelf, terwijl hij weer ging zitten. “Eén keer in mijn leven heb ik een vrouw kwaad gedaan en daar heb ik de rest van mijn leven spijt van gehad. En nu ben jij hier, het evenbeeld van de vrouw die ik nooit meer heb kunnen vergeten. De liefde van mijn leven.”

Suzanne zat doodstil. “Waarom doen mensen vaak degene die ze het meest liefhebben het meeste pijn?” mijmerde meneer Schmidt die nu niet meer te stuiten was. “Je keek naar de foto van de schrijfster van mijn boek. Dat was mijn vrouw en ja, je lijkt wel wat op haar. Ik heb haar iets aangedaan dat ik nooit meer goed kan maken.”

“De dag dat jij kwam kennismaken, wist ik dat het moeilijk zou worden,” ging hij verder. “Wat moest ik doen? De thuiszorg bellen en zeggen dat ze iemand anders moesten sturen? Dat was mijn eerste gedachte. Maar uit een soort apart gevoel van zelfkwelling deed ik dat niet. Ik zou het toch zeker wel kunnen verdragen je zo vaak te zien? Voordat je kwam, dronk ik mezelf moed in. Meestal kan ik de behoefte aan drank wel onderdrukken, maar een enkele keer steekt die oude gewoonte weer de kop op. Dat had me moeten waarschuwen. Maar ik was eigenwijs en liet je toch komen. En daar kwam jij binnen dartelen op een zonnige lentedag, maakte verse soep voor me en zonder dat je het zelf wist, reet je oude wonden pijnlijk open.”

Suzanne schrok. Wat had ze verkeerd gedaan? Hij was op zoek geweest naar een vrijwilligster die een beetje kon helpen in zijn huis. Zij zocht afleiding en door zich aan te melden bij de thuiszorg voelde ze zich wat minder schuldig dat ze aan zoiets idioots was begonnen als dat cammen op internet. Want hoewel ze er best wel een pervers plezier aan beleefde, was het toch niet iets dat echt bij haar paste. Eigenlijk was ze het alleen maar gaan doen om zich af te zetten tegen haar ex-man die haar zo misselijk had bedrogen.

Meneer Schmidt praatte intussen gewoon door: “Die foto is genomen in Zuid-Frankrijk waar we toen woonden. Als oud-officier was ik voor mezelf begonnen met een adviesbureau, dat werk kon ik voor een groot deel op afstand doen. Mijn vrouw merkte dat ze in die omgeving beter kon schrijven. We hadden het goed samen, het enige verdriet in ons leven was dat we geen kinderen hadden.”

“Af en toe ging ik naar Nederland, om de contacten met mijn klanten te onderhouden,” ging de oude man verder. “Op een dag, die ik achteraf vervloekte, ontmoette ik een jonge vrouw. Ik kan nu natuurlijk wel zeggen dat zij mij verleidde, maar ik was er zelf bij en liet me in die tijd maar wat graag verleiden. Mijn vrouw zat ver weg en hoewel we heel veel van elkaar hielden, was ons huwelijk in de loop der jaren toch een beetje een sleur geworden. En deze vrouw leek op haar, alleen was ze een stuk jonger en levendiger.” Meneer Schmidt leek zich ineens weer bewust van Suzanne’s aanwezigheid. “Ben jij getrouwd,” vroeg hij. “Niet meer,” antwoordde Suzanne met een brok in haar keel.

Had haar man niet precies hetzelfde gedaan? Hoe lang duurde het niet voordat zij weer in staat was geweest A perfect day te neuriën? “Is ze toen van u gescheiden?” vroeg Suzanne schuchter. “Veel erger dan dat,” vervolgde meneer Schmidt zijn verhaal. “De vrouw waarmee ik het aanlegde in Nederland is op een gegeven moment naar ons huis in Zuid-Frankrijk gekomen om te vertellen dat ze zwanger was. Of dat waar was weet ik niet, ik heb haar bijna letterlijk direct ons huis uitgesmeten. Ik weet nog altijd niet wie haar heeft verteld waar ik woonde.” Hij keek Suzanne aan, maar hij zag haar niet echt. Hij was weer terug op die vreselijke dag waarop de wereld voor hem en zijn vrouw instortte. “Mijn vrouw was gebroken van verdriet. Niet eens zozeer door mijn overspel, maar ze had zo ontzettend graag zelf zwanger willen worden. Ze liep verblind door tranen de weg op die langs ons huis liep en toevallig kwam daar net een vrachtwagen langs….”

Het bleef lang stil in de kamer. “Haar boek was vrijwel af, ik heb het laatste hoofdstuk geschreven. Daarna leek het me niet meer dan logisch dat ik die foto van ons samen voor de omslag gebruikte. Vervolgens heb ik ons huis verkocht en ben terug naar Nederland gegaan.” Er liep een eenzame traan over de wang van de oude man. “Maar wel in een ander deel van het land, want ik weet niet wat ik gedaan zou hebben als ik die vrouw tegen zou zijn gekomen die het leven van mij en mijn geliefde kapot heeft gemaakt.”

Suzanne moest zich inhouden. Wat ontzettend oneerlijk om alle schuld bij die vrouw te leggen. Hij was er toch zelf bij geweest? Hoe zou het die zwangere vrouw zijn vergaan? Daar had hij dan toch ook verantwoordelijkheid voor moeten dragen? Ze dacht aan haar moeder…

Hoofdstuk 6

Haar moeder, die alleen voor de taak had gestaan voor de opvoeding. Ze was bewust ongehuwde moeder. Bommoeder en steeds heel trots geweest op die beslissing.
Hoewel Suzanne zich wel eens had afgevraagd wie haar vader is en hoe hij eruit zou zien, had ze nooit bij moeder aangedrongen meer hierover te weet te komen.

Tijd om nu de boekenkast eens wat op te ruimen. Schmidt stelde voor om deze klus toch maar een andere keer te doen. Alleen de stapels boeken en tijdschriften die op de grond lagen, wat te sorteren en op het bureau leggen, zodat er weer eens goed gestofzuigd kon worden.
Goed plan zei Suzanne, want stiekem had ze het ook wel gehad voor vandaag.
"Hier", zei hij en hij reikte haar het boek aan. Deze is gesigneerd en mag je houden en laat me weten wat je ervan vindt.

Thuisgekomen kon ze haast niet wachten om het te gaan lezen. De titel alleen al: `Ik en die andere ik`, wekte haar nieuwsgierigheid. Achter op de kaft een gebruikelijke korte biografie van de schrijfster, in dit geval de twee auteurs. Catharina van Houten geboren 1930 in Baarle-Nassau en overleden 1978 in Marseille. Naast enkele gedichtenbundels en twee romans nu deze autobiografie.

Het verhaal over een schizofrene kunstenaar, haar vader.

Tot ook de andere auteur Peter Schmidt geboren 1931, die de moed had gevonden dit onvoltooide werk van zijn vrouw te voltooien met enkele voetnoten van zijn hand.

Suzanne keek naar de foto op de kaft. Een mooie vrouw die dromerig in de camera kijkt met op de achtergrond een man, Schmidt. Voor een prachtig huis met een palmboom. Typisch Zuid-Frans en een Jugendstil deur met lelies gevlochten ineen in houtsnijwerk.
Die vrouw zou een zus van haar moeder kunnen zijn. Ook Suzanne was haast een evenbeeld van haar moeder behalve dan haar blauwe kijkers. Ze wist maar al te goed hoe ze mannen totaal in de war kon brengen met haar blik.

Ineens had ze een ingeving. Het jaar 1978. Het jaar van het overlijden van de vrouw van Schmidt en tevens haar eigen geboortejaar.
Waar is die schoenendoos met papieren van ma. Ze vond hem snel, gewoon achter de fotoalbums. Beetje muf. Haar handen zochten naar iets. Ja, de agenda van haar moeder met adressen. Bovenop het medaillon dat ze zo mooi vond. Haar foto erin met de gegraveerde tekst eromheen ´a perfect day´. Die droeg moeder altijd. Die Lou Reed toch. Had heel wat losgemaakt destijds met zijn lyriek in 1972. Was het lijflied van haar moeder en ook Suzanne zelf neuriede het regelmatig. Schijnbaar had Schmidt er ook iets mee.

De agenda met adressen en verjaardagen. Een stapeltje losse papiertjes. En dan dat ene adres achter op een vergeelde foto. Rue de Balzac, Marseille. Een huis met die voordeur, met ineengevlochten lelies en een grote palmboom.

Suzanne schrok en veerde op. "Even goed nadenken", zei ze hardop tegen zichzelf.
Zijn vrouw was dus 48 jaar geworden en hij nu 80. Dus toen haar moeder besloot zwanger te worden van een Franse man, zoals ze eens vertelde, was Schmidt 47 jaar en haar moeder ook. Nu snapte ze waarom hij haar vroeg ‘Wie ben jij’?

Ze had een heel onrustige nacht en 's morgens werd ze doodmoe wakker. Haastig aangekleed zonder te ontbijten met de schoenendoos van ma onder arm snelde ze weg. Schmidt had veel uit te leggen.

Schmidt zat in zijn zondagse pak achter zijn bureau. Schijnbaar had hij zich voorbereid. Deze dag zou zijn perfect day worden. Zelfs zijn Korsakov zou vandaag geen invloed hebben op wat hij nu zou gaan vertellen. De bekroning van zijn zoektocht naar zijn dochter. Ze zou een vermogen erven en hij wilde daar getuigen van zijn.

Dag Suzanne, mijn kind. Hier heb ik lang op gewacht. Suzanne schrok. In zijn blauwe ogen herkende ze ineens een stuk van haar zelf.

Hoe vind je het boek. Stamelend erkende Suzanne dat ze geen woord gelezen had maar dat de foto op de kaft haar wel boekdelen vertelde en reikte hem met trillende hand de foto aan van het huis in Marseille.

Hoofdstuk 7
 Suzanne zag dat het gezicht van Schmidt even verstrakte. Hij fronste zijn voorhoofd waardoor een diepe plooi zijn gezicht een ernstige uitdrukking gaf. Zonder haar aan te kijken vleide hij de foto voor zich neer op het bureau en bleef er naar staren. “Tja … mompelde hij zacht, tja …” en streek met zijn rimpelige, oude vingers over zijn zijden das. Schmidt hief langzaam zijn hoofd op en keek Suzanne aan. Zijn blauwe kijkers priemden dwars door haar heen. ‘Ik ben bang, meisje dat ik je niet de gehele waarheid heb verteld,’ begon hij aarzelend. ‘Sinds de artsen Korsakov bij me hebben gediagnosticeerd vallen er wel eens gaten in mijn geheugen. Dan ben ik niet helemaal mezelf. Je herinnert je vast nog wel de eerste dag dat je hier kwam?’
Suzanne knikte en dacht aan de jas en de foto op het grasveld. ‘Gaat u verder,’ zei ze zakelijk, ’zo te horen bent u nu zo helder als het glas van die gebroken vaas.’
Schmidt knikte en moest glimlachen om haar rake uitdrukking. Hij vervolgde zijn verhaal. ‘Die jonge vrouw over wie ik je heb verteld, Caroline Vermegen was haar naam, heb ik kort na het overlijden van mijn vrouw deze kaart gestuurd.’ Schmidt stopte even en streek liefkozend met zijn wijsvinger over de foto.
Als versteend zat Suzanne op haar stoel. Langzaam drong het tot haar door dat haar vermoeden bevestigd werd.
‘Ik wilde haar na die vreselijke scène en de dood van mijn vrouw toch weer ontmoeten en haar mijn spijt betuigen over mijn onaanvaardbare gedrag,’ ging Schmidt verder. Ik kreeg wroeging en ging op zoek naar haar adres. Met de hulp van mijn toenmalige adviseurs heb ik dat uiteindelijk gevonden. Helaas heeft ze nooit meer iets van zich laten horen. Toen ik naar Nederland verhuisde, was ze met de noorderzon vertrokken.
Jarenlang heb ik geprobeerd alles te vergeten. Mijn werk en de drank werden mijn ‘maatjes.’

‘Tot ik ineens voor je neus stond, Suzanne Vermegen, dochter van Caroline, jouw liefje, die je hoogzwanger hebt laten stikken,’ onderbrak Suzanne hem met ingehouden woede. Tijdens het luisteren naar Schmidts verhaal voelde ze de adrenaline stijgen tot in haar keelgat. ‘Mijn bommoeder,’ schamperde ze. ‘Bommoeder van een charmante Fransman. Oui, oui, nou, mooi niet Schmidt! Een egoïstische macho was je. Weet je hoe hard mijn moeder heeft moeten werken voor ons tweetjes? Nadat ik geboren was heeft ze zich in het zweet gewerkt met kantoren poetsen. Kantoren van bedrijven waar jij je geld aan verdiende. Ze wilde vorig jaar van haar weinige spaarcenten nog een reis gaan maken naar Zuid-Frankrijk. Hoort u dat, Zuid-Frankrijk!’ Suzanne spuugde de woorden uit in de richting van Schmidt. ‘Maar mama kreeg een hartaanval en overleefde het niet. Ik haat je Schmidt, ik haat je om wat je mama heb aangedaan!’ Suzanne sprong van haar stoel en begon met haar vuisten op Schmidts lijf te timmeren. Schmidt trilde en werd lijkbleek. Hij gleed van zijn bureaustoel en met een doffe klap kwam hij neer op het oude, rode kleed. Hij hapte naar adem. ‘Suzanne, kindje,’ kreunde hij, ‘luister, ik maak het goed, ik heb geld …veel geld.’ Schmidt probeerde op zijn knieën overeind te komen. ’Geld voor jou. Alles is voor jou, Suzanne, mijn dochter.’ Suzanne negeerde zijn gebroken stem en keek hoe hij hijgend met twee handen de rand van het zware notenhouten bureau vastpakte en zich omhoog trok. Met een plof zakte hij terug in zijn stoel. Er sijpelde een beetje bloed uit zijn neus. ‘Liefje, zeg iets,’ smeekte Schmidt.
Met een kille blik keek Suzanne haar vader aan. Wasbleek maar vastberaden pakte ze daarna de oude doos met spulletjes van haar moeder onder haar arm, draaide zich resoluut om en liep in de richting van de deur. Haar hakjes klikten driftig op de houten vloer. De deur viel met een harde knal dicht en Suzanne was verdwenen. Op het grasveld draaide ze zich om en keek nog één keer omhoog naar de achtste verdieping.
Achter het roomwitte gordijn zag ze nog net de rijzige gestalte van mijnheer Schmidt.

Een aantal maanden later zat Suzanne op een houten bankje in de grote parktuin van het rustieke verzorgingstehuis ‘Vredeoord’. Ze had even een korte middagpauze en genoot van het mooie herfstweer. Haar aandacht ging naar de monumentale oude beuk vlakbij de brede vijver. De zon kleurde de boom koperrood en geel. De regendruppels lieten de blaadjes sprankelen als sterretjes. Heel even stroomde er een gelukzalig gevoel door haar lijf. Ze haalde haar vingers door haar donkere krullen en bukte zich om de krant uit haar tas te halen. Suzanne keek op haar horloge en zag dat ze nog twintig minuten had voor haar patiëntenbespreking begon. Met de krant op schoot staarde ze even voor zich uit. Wat had ze geluk gehad met deze baan. Verpleegkundige in dit moderne verzorgingstehuis. Ze was blij dat ze haar oude vak weer opgepakt had na de dood van haar moeder en die afschuwelijke scheiding. Een korte tijd had ze de kleine erfenis van haar moeder gebruikt om op adem te komen. Het vrijwilligerswerk dat ze op aanraden van haar vriendin had gedaan, had haar nou niet bepaald iets goeds opgeleverd, integendeel zelfs. Het hele gebeuren had haar leven flink op zijn kop gezet en zou nooit meer worden als voorheen. Snel opende ze de krant om zichzelf op andere gedachten te brengen. Na de grote, zwarte koppen en een artikel over nieuwe bezuinigingen in de gezondheidszorg dat ze hoofdschuddend las, ging er een klein schokje door haar heen. Daar op pagina vijf, rechts onderaan, stond met dikke letters: oud-officier verdacht. Opgewonden las ze het bericht:
De tachtigjarige directeur en oud-officier Schmidt is in voorlopige hechtenis genomen. Hij wordt verdacht van een grootscheepse fraudezaak. Schmidt, die vervroegd de militaire dienst heeft verlaten, begon in 1973 een adviesbureau. Dit succesvolle bedrijf is jarenlang onder zijn leiding actief geweest in binnen- en buitenland. Schmidt regelde veelal zijn zaken vanuit Zuid-Frankrijk.
Na een anonieme tip is de fiscale recherche een flink aantal fraudezaken op het spoor gekomen. Het zou gaan om een bedrag van anderhalf miljoen euro. Alle bewijsstukken gaan in de richting van Schmidt.
Schmidt, die lijdt aan de ziekte van Korsakov, is nog niet in staat om opheldering te geven over deze zaak. Het onderzoek zal nog enige tijd in beslag nemen. Schmidt heeft geen familie. Zijn vrouw, de bekende schrijfster Catharina van Houten, is in 1978 overleden. Zover bekend is het huwelijk kinderloos gebleven.

Langzaam vouwde Suzanne de krant dicht. Een tevreden, beetje valse glimlach verscheen om haar lippen. Ze leunde achterover en voelde de dikke nerven van het hout door haar verpleegstersuniform in haar rug. Haar taak was volbracht. ‘Wat een prachtige dag,’ mijmerde ze.
Even later voerde een briesje de zachte, nasale klanken van een bekend, oud liedje over het water en liet ze uitsterven in het oneindige.