zaterdag 23 april 2011

Hoofdstuk 1: Vrijwilligerswerk

Het was lang geleden dat Suzanne nog had lopen neuriën op straat. Maar sinds gisteren gonsde A perfect day door haar achterhoofd, nadat ze Lou Reed al zappend had ontmoet in een live concert uit lang vervlogen tijden.

A perfect day. Eigenlijk was het dat, de omstandigheden in acht genomen. De zon scheen aarzelend, de knoppen van de Japanse kerselaars stonden op openbarsten. Ze was naar de markt gefietst vanmorgen, waarna ze in haar keukentje de voorraad groente en fruit in twee porties had verdeeld. Een grote portie voor zichzelf, een kleinere voor meneer Schmidt. Niet Smit, neen, Schmmmidt.. had hij bij hun eerste ontmoeting nadrukkelijk gesist, als een stoomlocomotief. Toen al zag ze aan zijn ogen dat hij een man was waar niet mee te spotten viel. Vast een oud-onderwijzer. Of een militair. De verhalen van vroeger waren echter nog niet aan de orde gekomen. Eerst moesten ze aan elkaar wennen in het hier-en-nu en hun constellatie uittesten. Hij de bejaarde, vereenzaamde weduwnaar, zij de gezinshulp. Hij de opdrachtgever, zij de ondergeschikte.

Bij de kennismaking hadden ze koffie gedronken uit kopjes waar ze eerst het stof uit had geblazen, met een schepje suiker dat ze moest loshakken uit een kristallen rotsformatie. Twee ochtenden in de week zou ze hem voortaan komen helpen. Vandaag, op haar eerste werkdag, zou ze soep voor hem maken. Geen betere basis voor het opbouwen van een vertrouwensband dan de geur van verse soep in huis.

Ze zou precies op tijd zijn, daar hielden oude mensen van. Toen ze het flatgebouw naderde, zag Suzanne in de verte iets op het grasveld liggen. Of was het iemand? Ze huiverde en versnelde haar pas. Het bleek een ouderwetse winterjas te zijn, met visgraatmotief. Een portefeuille was achteloos uit de binnenzak geschoven. Een eindje verderop ontdekte ze puntige scherven van iets wat een vaas geweest moest zijn. Daarnaast lag een ouderwetse trouwfoto in een zilveren lijst. Ondanks het gebroken glas herkende ze, aan de zijde van een gesluierde bruid, een jongere versie van Meneer Schmidt. Ze keek omhoog en telde de balkons. Op de achtste verdieping waar hij woonde, stond de schuifdeur half open. Een roomwit gordijn wapperde zachtjes naar buiten.

Haar hart klopte in haar keel. Ze duwde de glazen deur van de hal open, drukte met een bevende vinger op de bel van de Heer P.M. Schmidt. En wachtte…

Diane Broeckhoven

Geen opmerkingen:

Een reactie posten