woensdag 29 juni 2011

En verder...

We hebben intussen een geslaagde slotbijeenkomst achter de rug en alle aanwezigen hebben ons boek gekregen. Hopelijk is iedereen tevreden met het resultaat.

Diegenen die niet aanwezig konden zijn, kunnen in hun bibliotheek een exemplaar van "Ongekuist verleden" ophalen, samen met een kopie van de door Diane Broeckhoven becommentarieerde tekst.

Als je de smaak van het schrijven te pakken gekregen hebt en ermee verder wil, kan je terecht voor ondersteuning bij Creatief Schrijven (België) en Schrijven Online (Nederland). Ik heb op de bijeenkomst wat informatie gegeven over deze twee instellingen. Je kan hun erg interessante websites vinden op Creatief Schrijven en Schrijven Online.

Uiteraard kan je ook altijd in de bibliotheek boeken lenen over het schrijven van boeken. Twee aanraders zijn: "De wil en de weg" van Jan Brokken en "Handboek voor schrijvers" van Maaike Molhuysen en Louis Stiller.

Wij hebben ons boek laten uitgeven door Unibook. Voor hun website kan je hier terecht.

Veel succes met het schrijven en misschien tot volgend jaar,
Kurt

donderdag 16 juni 2011

Verhaal Rijkevorsel: hoofdstuk 7

Hoofstuk 7

‘Hallo….is daar iemand ? Ze wacht enige tijd maar hoort niets. In een opwelling besluit ze om beneden aan de deur te gaan kijken. Suzanne vertelt Mr. Schmidt dat ze even een boodschap moet doen, ze wil hem niet ongerust maken.
Ze heeft het gevoel dat ze snel moet zijn en geen tijd mag verliezen. Ook is ze die geheimzinnigheid ondertussen beu! Een zoon hebben is tenslotte toch niet zo heel bijzonder. En als ze de verhalen mag geloven van haar opa, waren er tijdens de oorlog veel bijzondere soldaten en mensen. Veel mensen met geheimen. Of zou dit geheim het daglicht echt niet kunnen zien?

In de traphal aangekomen ziet ze niemand staan, er wandelen wat mensen voorbij en kinderen spelen op het gras. Dan valt haar oog op een jongeman die vlakbij op een bank zit, hij schijnt in gedachten verzonken en zit met zijn handen in zijn haar. Instinctief voelt ze dat ze bij hem moet zijn voor antwoorden. Zachtjes duwt Suzanne de deur open en wandelt in zijn richting. Stil zet ze zich naast hem neer en probeert zo rustig mogelijk te blijven. Gelukkig heeft hij nog niets in de gaten. Ze probeert haar ademhaling rustig te krijgen en sluit even haar ogen. Wat is ze nu blij met de yogalessen die ze sinds enige tijd volgt. Het biedt haar nu de mogelijkheid om rustig te worden van binnen en te doen wat gedaan moet worden. Ze rekt haar rug …

Ze haalt diep adem en spreekt de man aan. Ze vraagt of ze elkaar ooit tegenkwamen, hij komt haar zo bekend voor.
De man draait nu eindelijk zijn hoofd in haar richting en lijkt te ontwaken uit zijn mijmeringen. Hij kijkt haar verrast aan. Hij kent haar wel, de blonde vrouw van bij Mr. Schmidt! Het is onmogelijk dat zij hem ooit gezien heeft!
Haar aanwezigheid overvalt hem en ineens voelt hij hoe moe hij is, en eenzaam en hoelang hij al verveeld zit met zijn opdracht. Op dat moment besluit hij haar in vertrouwen te nemen.

Hij steekt zijn hand naar haar uit, stelt zich voor als Simon Cherborgé en vraagt haar of hij mee naar binnen mag, naar Mr. Schmidt. Even is Suzanne uit het lood geslagen door dit antwoord. Maar dan ziet ze de diepe lijnen in zijn gezicht, het verdriet en de vertwijfeling. Natuurlijk brengt ze hem naar Mr. Schmidt!

Gelukkig heeft ze de sleutel meegenomen. In stilzwijgen gaan ze samen naar het appartement van Mr. Schmidt. Ze hangt zijn jas aan de kapstok en leidt hem binnen, naar de woonkamer en laat hem plaatsnemen op de bank. De twee mannen kijken elkaar stilzwijgend aan.

Gina … Parijs … gevaar… onderduiken ……in de steek gelaten…..
Woorden, beelden, flitsen door Simons hoofd. Waar kan hij zijn verhaal beginnen. Wat weet Mr. Schmidt eigenlijk? Door zijn aanval is hem duidelijk geworden dat Mr. Schmidt zich van geen kwaad bewust is, dat hij waarschijnlijk ook een speelbal was van zijn opdrachtgevers destijds. Net zoals hij nu …
De enigen die alle betrokkenen kennen in deze geschiedenis zijn zij.
Is dit dan mijn verhaal, denkt ie? Of is het zijn verhaal? Ons verhaal?
Ach, iedereen heeft zijn eigen verhaal, toch? Wat is de waarheid? Wat is goed en wat is slecht? Is er goed of slecht? Zoveel gedachten komen en gaan ... uiteindelijk wordt het stil in zijn hoofd.

Wat hij dan voelt is rust, eindelijk rust. Geen opgejaagdheid meer.
Herkenning in zijn opa, die ook beseft wie hij voor zich heeft. Langzaam maar zeker vallen de puzzelstukjes in elkaar. In ieder geval, dit puzzelstukje.

De twee mannen staan recht en omhelzen elkaar. Er is nog zoveel te vertellen, maar niet nu! Nee, later …

woensdag 15 juni 2011

Verhaal Baarle 2: hoofdstuk 7

Hoofdstuk 7

Suzanne zag dat het gezicht van Schmidt even verstrakte. Hij fronste zijn voorhoofd waardoor een diepe plooi zijn gezicht een ernstige uitdrukking gaf. Zonder haar aan te kijken vleide hij de foto voor zich neer op het bureau en bleef er naar staren. “Tja … mompelde hij zacht, tja …” en streek met zijn rimpelige, oude vingers over zijn zijden das. Schmidt hief langzaam zijn hoofd op en keek Suzanne aan. Zijn blauwe kijkers priemden dwars door haar heen. ‘Ik ben bang, meisje dat ik je niet de gehele waarheid heb verteld,’ begon hij aarzelend. ‘Sinds de artsen Korsakov bij me hebben gediagnosticeerd vallen er wel eens gaten in mijn geheugen. Dan ben ik niet helemaal mezelf. Je herinnert je vast nog wel de eerste dag dat je hier kwam?’
Suzanne knikte en dacht aan de jas en de foto op het grasveld. ‘Gaat u verder,’ zei ze zakelijk, ’zo te horen bent u nu zo helder als het glas van die gebroken vaas.’
Schmidt knikte en moest glimlachen om haar rake uitdrukking. Hij vervolgde zijn verhaal. ‘Die jonge vrouw over wie ik je heb verteld, Caroline Vermegen was haar naam, heb ik kort na het overlijden van mijn vrouw deze kaart gestuurd.’ Schmidt stopte even en streek liefkozend met zijn wijsvinger over de foto.
Als versteend zat Suzanne op haar stoel. Langzaam drong het tot haar door dat haar vermoeden bevestigd werd.
‘Ik wilde haar na die vreselijke scène en de dood van mijn vrouw toch weer ontmoeten en haar mijn spijt betuigen over mijn onaanvaardbare gedrag,’ ging Schmidt verder. Ik kreeg wroeging en ging op zoek naar haar adres. Met de hulp van mijn toenmalige adviseurs heb ik dat uiteindelijk gevonden. Helaas heeft ze nooit meer iets van zich laten horen. Toen ik naar Nederland verhuisde, was ze met de noorderzon vertrokken.
Jarenlang heb ik geprobeerd alles te vergeten. Mijn werk en de drank werden mijn ‘maatjes.’

‘Tot ik ineens voor je neus stond, Suzanne Vermegen, dochter van Caroline, jouw liefje, die je hoogzwanger hebt laten stikken,’ onderbrak Suzanne hem met ingehouden woede. Tijdens het luisteren naar Schmidts verhaal voelde ze de adrenaline stijgen tot in haar keelgat. ‘Mijn bommoeder,’ schamperde ze. ‘Bommoeder van een charmante Fransman. Oui, oui, nou, mooi niet Schmidt! Een egoïstische macho was je. Weet je hoe hard mijn moeder heeft moeten werken voor ons tweetjes? Nadat ik geboren was heeft ze zich in het zweet gewerkt met kantoren poetsen. Kantoren van bedrijven waar jij je geld aan verdiende. Ze wilde vorig jaar van haar weinige spaarcenten nog een reis gaan maken naar Zuid-Frankrijk. Hoort u dat, Zuid-Frankrijk!’ Suzanne spuugde de woorden uit in de richting van Schmidt. ‘Maar mama kreeg een hartaanval en overleefde het niet. Ik haat je Schmidt, ik haat je om wat je mama heb aangedaan!’ Suzanne sprong van haar stoel en begon met haar vuisten op Schmidts lijf te timmeren. Schmidt trilde en werd lijkbleek. Hij gleed van zijn bureaustoel en met een doffe klap kwam hij neer op het oude, rode kleed. Hij hapte naar adem. ‘Suzanne, kindje,’ kreunde hij, ‘luister, ik maak het goed, ik heb geld …veel geld.’ Schmidt probeerde op zijn knieën overeind te komen. ’Geld voor jou. Alles is voor jou, Suzanne, mijn dochter.’ Suzanne negeerde zijn gebroken stem en keek hoe hij hijgend met twee handen de rand van het zware notenhouten bureau vastpakte en zich omhoog trok. Met een plof zakte hij terug in zijn stoel. Er sijpelde een beetje bloed uit zijn neus. ‘Liefje, zeg iets,’ smeekte Schmidt.
Met een kille blik keek Suzanne haar vader aan. Wasbleek maar vastberaden pakte ze daarna de oude doos met spulletjes van haar moeder onder haar arm, draaide zich resoluut om en liep in de richting van de deur. Haar hakjes klikten driftig op de houten vloer. De deur viel met een harde knal dicht en Suzanne was verdwenen. Op het grasveld draaide ze zich om en keek nog één keer omhoog naar de achtste verdieping.
Achter het roomwitte gordijn zag ze nog net de rijzige gestalte van mijnheer Schmidt.

Een aantal maanden later zat Suzanne op een houten bankje in de grote parktuin van het rustieke verzorgingstehuis ‘Vredeoord’. Ze had even een korte middagpauze en genoot van het mooie herfstweer. Haar aandacht ging naar de monumentale oude beuk vlakbij de brede vijver. De zon kleurde de boom koperrood en geel. De regendruppels lieten de blaadjes sprankelen als sterretjes. Heel even stroomde er een gelukzalig gevoel door haar lijf. Ze haalde haar vingers door haar donkere krullen en bukte zich om de krant uit haar tas te halen. Suzanne keek op haar horloge en zag dat ze nog twintig minuten had voor haar patiëntenbespreking begon. Met de krant op schoot staarde ze even voor zich uit. Wat had ze geluk gehad met deze baan. Verpleegkundige in dit moderne verzorgingstehuis. Ze was blij dat ze haar oude vak weer opgepakt had na de dood van haar moeder en die afschuwelijke scheiding. Een korte tijd had ze de kleine erfenis van haar moeder gebruikt om op adem te komen. Het vrijwilligerswerk dat ze op aanraden van haar vriendin had gedaan, had haar nou niet bepaald iets goeds opgeleverd, integendeel zelfs. Het hele gebeuren had haar leven flink op zijn kop gezet en zou nooit meer worden als voorheen. Snel opende ze de krant om zichzelf op andere gedachten te brengen. Na de grote, zwarte koppen en een artikel over nieuwe bezuinigingen in de gezondheidszorg dat ze hoofdschuddend las, ging er een klein schokje door haar heen. Daar op pagina vijf, rechts onderaan, stond met dikke letters: oud-officier verdacht. Opgewonden las ze het bericht:
De tachtigjarige directeur en oud-officier Schmidt is in voorlopige hechtenis genomen. Hij wordt verdacht van een grootscheepse fraudezaak. Schmidt, die vervroegd de militaire dienst heeft verlaten, begon in 1973 een adviesbureau. Dit succesvolle bedrijf is jarenlang onder zijn leiding actief geweest in binnen- en buitenland. Schmidt regelde veelal zijn zaken vanuit Zuid-Frankrijk.
Na een anonieme tip is de fiscale recherche een flink aantal fraudezaken op het spoor gekomen. Het zou gaan om een bedrag van anderhalf miljoen euro. Alle bewijsstukken gaan in de richting van Schmidt.
Schmidt, die lijdt aan de ziekte van Korsakov, is nog niet in staat om opheldering te geven over deze zaak. Het onderzoek zal nog enige tijd in beslag nemen. Schmidt heeft geen familie. Zijn vrouw, de bekende schrijfster Catharina van Houten, is in 1978 overleden. Zover bekend is het huwelijk kinderloos gebleven.

Langzaam vouwde Suzanne de krant dicht. Een tevreden, beetje valse glimlach verscheen om haar lippen. Ze leunde achterover en voelde de dikke nerven van het hout door haar verpleegstersuniform in haar rug. Haar taak was volbracht. ‘Wat een prachtige dag,’ mijmerde ze.
Even later voerde een briesje de zachte, nasale klanken van een bekend, oud liedje over het water en liet ze uitsterven in het oneindige.

Verhaal Baarle 1: hoofstuk 7

“Al het geld, waar is dat heen? En het huis, wat is daarmee gebeurd? Lekker zelf alles opgemaakt en nooit meer aan je vrouw gedacht zeker? Als je haar deel niet geeft heb ik hier nog wel twee vriendjes bij me hoor, die heb je de vorige keer ook al leren kennen...”
De vrouw gaat behoorlijk tekeer en Suzanne ziet Dhr. Schmidt steeds verder in elkaar krimpen. Hij staart verdrietig naar de grond. Omdat de vrouw al haar aandacht op Dhr. Schmidt heeft gericht, kan Suzanne haar wat beter bekijken. Een donkerharige, vrij lange vrouw van ongeveer haar leeftijd. Opgestoken haar, een iets te grote spijkerbroek en een zuurstokroze blouse. Op dit moment praat ze hard en komt erg onvriendelijk over maar Suzanne betwijfelt of dat haar ware aard is. In de ogen van de vrouw lijkt ze toch best wat vriendelijks te zien.
“Nou, zeg op! En wie is………” terwijl de vrouw zich omdraait om Suzanne aan te wijzen valt ze plotseling stil. Ze kijkt Suzanne doordringend aan en komt langzaam naar haar toe gelopen. Jozef lijkt de spanning aan te voelen want hij springt op de grond en rent de keuken in.
Happend naar adem stamelt de vrouw: “Wie…wat…jij…hier… al die tijd? Heb jij al die jaren contact gehad met hem? Maar hoe wist je van zijn bestaan?”
“Het spijt me enorm” zegt Suzanne, “maar ik heb geen idee waar u het over heeft. Ik zie alleen dat Dhr. Schmidt behoorlijk overstuur is geraakt van uw bezoek dus als u allen zo vriendelijk zou willen zijn weer te vertrekken, heel graag.”
“Geen idee waar ik het over heb? Ha. Jullie spannen zeker samen zodat de buit veilig is”, roept ze weer tegen Dhr. Schmidt. “Zo vader, zo dochter, bah!”
Dhr. Schmidt staat op. “Nu moet je eens even goed naar me luisteren. Ik heb een zoon en dat is mijn enige kind. Jij wilt je blijkbaar met mijn verleden bemoeien en geld lospeuteren voor je moeder maar hou Suzanne hier gewoon buiten.”
“Ik geloof er helemaal niks van. Hoe heet je moeder eigenlijk, Suzanne?”

“Martha”, antwoordt ze langzaam, “maar ze leeft niet meer”.

“Nee, ze is zeker omgekomen bij een auto-ongeluk?”, vraagt de vrouw weer.

Verbaasd kijkt Suzanne de vrouw aan. “Waar gaat dit over? Jullie komen hier zomaar binnenvallen, schreeuwen tegen Dhr. Schmidt om geld en je weet nu blijkbaar ook meer over mijn moeder? Wie ben je in hemelsnaam?”

“Nou, aangenaam kennis te maken, ik ben je halfzus Angela.” Vragend kijkt Suzanne Dhr. Schmidt aan die met open mond naar Angela zit te staren. Zuchtend pakt ook Angela een stoel erbij. “Gaan jullie maar”, zegt ze tegen de twee mannen die wat doelloos uit het raam staren. “Dit was ook niet wat ik verwacht had”.
“Ik ben Angela, dochter van Martha en Karl, haar tweede man. Aangezien jij Martha’s eerste kind bent, van haar toenmalige man Kurt, ben je dus mijn halfzus.”
“Ho, ho”, zegt Dhr. Schmidt, “jij wil nu beweren dat Martha een kind van mij heeft en dat Suzanne mijn dochter is? Ik heb helemaal geen kinderen met Martha en toen ik met haar getrouwd was, noemde ze zich Suzanne.”
“Dat weet ik, maar is ze na jullie scheiding niet halsoverkop vertrokken? Ze was zwanger van je maar wilde helemaal geen kinderen, je weet de redenen zelf wel. Ze is weggegaan om het kind alleen te krijgen. Vanaf toen gebruikte ze haar echte naam Martha weer en heeft ze haar dochter bewust Suzanne genoemd. De baby heeft ze een paar maanden gehouden en toen alsnog voor adoptie afgestaan. Ze kon niet leven met het idee dat ze een joods kind op de wereld had gezet en gunde haar baby een mooiere toekomst dan zij dacht te kunnen bieden. Bovendien leefde ze in armoede omdat ze na de scheiding nooit geld van je heeft gehad. Met de adoptieouders werd afgesproken Suzanne te vertellen dat haar echte ouders om waren gekomen bij een auto-ongeluk, zodat Suzanne ze nooit zou gaan zoeken. Twee jaar later ontmoette Martha Karl, een joodse man die juist trots was op zijn geloof en graag kinderen wilde. Toen ben ik dus geboren. Jaren later, na het overlijden van Karl, heeft mama me haar verhaal verteld. Ze miste haar eerste kind en ze miste Kurt. Omdat ik gerechtigheid wilde heb ik je eerst geschreven en toen ik niks hoorde besloot ik je maar eens op te zoeken.”
“Een niet erg aangename ontmoeting” bromde Dhr. Schmidt. “Maar even voor alle duidelijkheid. Ik hield van je moeder en wilde niet scheiden. Ze was ineens weg zonder een adres achter te laten. Hoe kon ik haar dan iets geven? Ik heb jaren naar Suzanne gezocht, niet wetende dat ik naar een Martha moest zoeken. Ik heb haar zo gemist. Ik ben weliswaar hertrouwd en heb een zoon gekregen, mijn liefde voor Suzanne is altijd gebleven. Bovendien heb ik wel degelijk iets voor haar bewaard, wacht maar even.”

Terwijl Dhr. Schmidt naar de slaapkamer loopt, kijkt Suzanne vol verbazing naar Angela.

“Ik weet niet wat ik hoor” zegt ze. “Ik weet inderdaad niet beter dan dat mijn echte ouders verongelukt zijn. Ik weet dat mijn moeder Martha heette en rood haar had. Van mijn vader weet ik niks”.

“Je lijkt sprekend op haar”, zegt Angela. “Toen ik je goed bekeek wist ik zeker dat je mijn halfzus moest zijn. Hetzelfde rode, krullende haar, dezelfde ogen en lichaamsbouw, echt overduidelijk van je moeder.” “Maar als je van niks wist, wat doe je dan hier bij je vader in huis?”

Suzanne moet even glimlachen. “Mijn vader” zegt ze en kijkt Dhr. Schmidt stralend aan als hij weer terug de woonkamer in komt gelopen. “Ach, ik doe wat vrijwilligerswerk voor hem, ik ben hier naar toe gestuurd door de thuiszorg.”

“Mijn dochter” zegt Dhr. Schmidt, “de allerbeste gezinshulp van heel Amsterdam”. Ze lachen en omhelzen elkaar stevig.

“Ik geloof dat ik mijn excuses moet maken”, zegt Angela. “Ik vond het verhaal van mijn moeder zo oneerlijk en wilde daarom haar aandeel van het geld hebben. Ik had natuurlijk nooit verwacht tegen mijn halfzus aan te lopen. Ik had niet zo lelijk moeten doen en u had zeker niet gewond mogen raken bij onze eerste ontmoeting. Het spijt me enorm.”

“Ach, zonder jouw komst had ik nooit geweten dat ik zo’n prachtige dochter rond heb lopen. Na je eerste komst was ik bang en verdrietig maar nu ben ik blij dat je terug bent gekomen! En wat het geld betreft, dit heb ik altijd voor Martha bewaard” zegt Dhr. Schmidt terwijl hij een sieradendoosje aan Angela geeft. “Haar dierbaarste sieraden, wat foto’s en een bankpasje. Ik heb Martha’s deel altijd apart laten staan, dus als ze wil, kan ze alsnog bij het geld.”

“Dank u wel” zegt Angela, “maar ik neem het niet aan. Na alles wat hier vanmiddag is gebeurd, weet ik zeker dat mijn moeder jullie wil zien. Het lijkt me een mooie gelegenheid haar het doosje zelf te geven. Ik ga nu en bel morgen op om een afspraak te maken. Kom alsjeblieft.”

Suzanne loopt naar de keuken om twee koppen groentesoep te pakken. Terwijl ze samen aan tafel zitten, verzucht ze: “Ik kom hier binnen als gezinshulp en ga naar buiten als dochter van ouders die nog in leven blijken te zijn. Het lijkt wel een wonder!”

“Het is inderdaad een wonder om op deze leeftijd te horen dat ik nog een dochter heb. Een kind van mijn grote liefde nog wel. Fijn dat we samen Martha kunnen ontmoeten, we zullen elkaar heel veel te vertellen hebben.”

“Hmmm, lekkere soep heb je weer gemaakt” zegt hij, terwijl Suzanne de radio harder zet en zachtjes meezingt met het vandaag zeer toepasselijke “A Perfect Day”.