Hoofdstuk 7
Suzanne zag dat het gezicht van Schmidt even verstrakte. Hij fronste zijn voorhoofd waardoor een diepe plooi zijn gezicht een ernstige uitdrukking gaf. Zonder haar aan te kijken vleide hij de foto voor zich neer op het bureau en bleef er naar staren. “Tja … mompelde hij zacht, tja …” en streek met zijn rimpelige, oude vingers over zijn zijden das. Schmidt hief langzaam zijn hoofd op en keek Suzanne aan. Zijn blauwe kijkers priemden dwars door haar heen. ‘Ik ben bang, meisje dat ik je niet de gehele waarheid heb verteld,’ begon hij aarzelend. ‘Sinds de artsen Korsakov bij me hebben gediagnosticeerd vallen er wel eens gaten in mijn geheugen. Dan ben ik niet helemaal mezelf. Je herinnert je vast nog wel de eerste dag dat je hier kwam?’
Suzanne knikte en dacht aan de jas en de foto op het grasveld. ‘Gaat u verder,’ zei ze zakelijk, ’zo te horen bent u nu zo helder als het glas van die gebroken vaas.’
Schmidt knikte en moest glimlachen om haar rake uitdrukking. Hij vervolgde zijn verhaal. ‘Die jonge vrouw over wie ik je heb verteld, Caroline Vermegen was haar naam, heb ik kort na het overlijden van mijn vrouw deze kaart gestuurd.’ Schmidt stopte even en streek liefkozend met zijn wijsvinger over de foto.
Als versteend zat Suzanne op haar stoel. Langzaam drong het tot haar door dat haar vermoeden bevestigd werd.
‘Ik wilde haar na die vreselijke scène en de dood van mijn vrouw toch weer ontmoeten en haar mijn spijt betuigen over mijn onaanvaardbare gedrag,’ ging Schmidt verder. Ik kreeg wroeging en ging op zoek naar haar adres. Met de hulp van mijn toenmalige adviseurs heb ik dat uiteindelijk gevonden. Helaas heeft ze nooit meer iets van zich laten horen. Toen ik naar Nederland verhuisde, was ze met de noorderzon vertrokken.
Jarenlang heb ik geprobeerd alles te vergeten. Mijn werk en de drank werden mijn ‘maatjes.’
‘Tot ik ineens voor je neus stond, Suzanne Vermegen, dochter van Caroline, jouw liefje, die je hoogzwanger hebt laten stikken,’ onderbrak Suzanne hem met ingehouden woede. Tijdens het luisteren naar Schmidts verhaal voelde ze de adrenaline stijgen tot in haar keelgat. ‘Mijn bommoeder,’ schamperde ze. ‘Bommoeder van een charmante Fransman. Oui, oui, nou, mooi niet Schmidt! Een egoïstische macho was je. Weet je hoe hard mijn moeder heeft moeten werken voor ons tweetjes? Nadat ik geboren was heeft ze zich in het zweet gewerkt met kantoren poetsen. Kantoren van bedrijven waar jij je geld aan verdiende. Ze wilde vorig jaar van haar weinige spaarcenten nog een reis gaan maken naar Zuid-Frankrijk. Hoort u dat, Zuid-Frankrijk!’ Suzanne spuugde de woorden uit in de richting van Schmidt. ‘Maar mama kreeg een hartaanval en overleefde het niet. Ik haat je Schmidt, ik haat je om wat je mama heb aangedaan!’ Suzanne sprong van haar stoel en begon met haar vuisten op Schmidts lijf te timmeren. Schmidt trilde en werd lijkbleek. Hij gleed van zijn bureaustoel en met een doffe klap kwam hij neer op het oude, rode kleed. Hij hapte naar adem. ‘Suzanne, kindje,’ kreunde hij, ‘luister, ik maak het goed, ik heb geld …veel geld.’ Schmidt probeerde op zijn knieën overeind te komen. ’Geld voor jou. Alles is voor jou, Suzanne, mijn dochter.’ Suzanne negeerde zijn gebroken stem en keek hoe hij hijgend met twee handen de rand van het zware notenhouten bureau vastpakte en zich omhoog trok. Met een plof zakte hij terug in zijn stoel. Er sijpelde een beetje bloed uit zijn neus. ‘Liefje, zeg iets,’ smeekte Schmidt.
Met een kille blik keek Suzanne haar vader aan. Wasbleek maar vastberaden pakte ze daarna de oude doos met spulletjes van haar moeder onder haar arm, draaide zich resoluut om en liep in de richting van de deur. Haar hakjes klikten driftig op de houten vloer. De deur viel met een harde knal dicht en Suzanne was verdwenen. Op het grasveld draaide ze zich om en keek nog één keer omhoog naar de achtste verdieping.
Achter het roomwitte gordijn zag ze nog net de rijzige gestalte van mijnheer Schmidt.
Een aantal maanden later zat Suzanne op een houten bankje in de grote parktuin van het rustieke verzorgingstehuis ‘Vredeoord’. Ze had even een korte middagpauze en genoot van het mooie herfstweer. Haar aandacht ging naar de monumentale oude beuk vlakbij de brede vijver. De zon kleurde de boom koperrood en geel. De regendruppels lieten de blaadjes sprankelen als sterretjes. Heel even stroomde er een gelukzalig gevoel door haar lijf. Ze haalde haar vingers door haar donkere krullen en bukte zich om de krant uit haar tas te halen. Suzanne keek op haar horloge en zag dat ze nog twintig minuten had voor haar patiëntenbespreking begon. Met de krant op schoot staarde ze even voor zich uit. Wat had ze geluk gehad met deze baan. Verpleegkundige in dit moderne verzorgingstehuis. Ze was blij dat ze haar oude vak weer opgepakt had na de dood van haar moeder en die afschuwelijke scheiding. Een korte tijd had ze de kleine erfenis van haar moeder gebruikt om op adem te komen. Het vrijwilligerswerk dat ze op aanraden van haar vriendin had gedaan, had haar nou niet bepaald iets goeds opgeleverd, integendeel zelfs. Het hele gebeuren had haar leven flink op zijn kop gezet en zou nooit meer worden als voorheen. Snel opende ze de krant om zichzelf op andere gedachten te brengen. Na de grote, zwarte koppen en een artikel over nieuwe bezuinigingen in de gezondheidszorg dat ze hoofdschuddend las, ging er een klein schokje door haar heen. Daar op pagina vijf, rechts onderaan, stond met dikke letters: oud-officier verdacht. Opgewonden las ze het bericht:
De tachtigjarige directeur en oud-officier Schmidt is in voorlopige hechtenis genomen. Hij wordt verdacht van een grootscheepse fraudezaak. Schmidt, die vervroegd de militaire dienst heeft verlaten, begon in 1973 een adviesbureau. Dit succesvolle bedrijf is jarenlang onder zijn leiding actief geweest in binnen- en buitenland. Schmidt regelde veelal zijn zaken vanuit Zuid-Frankrijk.
Na een anonieme tip is de fiscale recherche een flink aantal fraudezaken op het spoor gekomen. Het zou gaan om een bedrag van anderhalf miljoen euro. Alle bewijsstukken gaan in de richting van Schmidt.
Schmidt, die lijdt aan de ziekte van Korsakov, is nog niet in staat om opheldering te geven over deze zaak. Het onderzoek zal nog enige tijd in beslag nemen. Schmidt heeft geen familie. Zijn vrouw, de bekende schrijfster Catharina van Houten, is in 1978 overleden. Zover bekend is het huwelijk kinderloos gebleven.
Langzaam vouwde Suzanne de krant dicht. Een tevreden, beetje valse glimlach verscheen om haar lippen. Ze leunde achterover en voelde de dikke nerven van het hout door haar verpleegstersuniform in haar rug. Haar taak was volbracht. ‘Wat een prachtige dag,’ mijmerde ze.
Even later voerde een briesje de zachte, nasale klanken van een bekend, oud liedje over het water en liet ze uitsterven in het oneindige.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten