vrijdag 6 mei 2011

Verhaal Baarle 2: hoofdstuk 2

Daar zat ze dan, in een oude fauteuil, het bekende model dat zo een beetje uitwaaiert naar boven. Met van die houten knoppen erop. Deze had ook nog eens flinke slijtageplekken op de armleuningen, dat zag je wel meer bij de ouderen in hun huizen. De spullen van de heer Schmidt in een plastic tas naast haar op de grond. Ze had alles maar opgeraapt en meegenomen.

Er was blijkbaar niets aan de hand, want hij had de deur gewoon voor haar opengedaan, althans, deze had bij aankomst boven op een kier gestaan. Meneer verwachtte blijkbaar geen tussentijdse indringers of moeilijkheden. Ze was binnen gegaan, half verwacht hem daar gelijk te treffen, meneer Schmmmidt. Zo had hij het gezegd, en ze had een lach onderdrukt. Gauw nog een frisse teug lucht genomen van buiten vlak voordat ze de deur had gesloten. Waarom ruikt het altijd enigszins muf in oude huizen of in de huizen waar oude mensen wonen? En waarom stinkt het zo naar pis in die oude flatgebouwen. Misschien mooi verbouwd met een nieuwe glazen pui zoals beneden maar toch oud. Dronken mannen die het "ineens" niet meer konden houden? Mannen ja, Suzanne kon zich niet voorstellen dat een vrouw zich daar zou laten leeglopen. Of kinderen die het leuk vinden om een ander in hun plas te laten staan terwijl ze met de lift moeten?

Meneer Schmidt stond haar niet op te wachten achter de deur, dus had ze zachtjes geroepen. "Hallo, hallo, ik ben het, Suzanne." Waarvandaan precies wist ze niet maar een ietwat krakende stem had geantwoord, ''loopt u maar door, maar sluit de deur achter u", en zo had ze gedaan. De schrijfster keek haar aan. Vanaf waar ze zat was Suzannes blikveld voornamelijk gevuld met de aanblik van de overvolle boekenkast. Boeken kris kras door elkaar en op elkaar gestapeld. Boeken achterstevoren en ondersteboven, een waar stapelkunstwerk, geen zichtbare volgorde, althans niet zichtbaar voor Suzanne. Dit ene boek stond met de achterkant gericht naar de woonkamer. Een gezicht keek Suzanne aan. Misschien dat dit het volgende klusje kan zijn had ze gedacht. De soep stond al te pruttelen. Nu zaten ze aan de koffie, ditmaal gezet door hem.

Ze voelde zich niet zo goed vandaag, niet heel actief, dus een bakkie ging er wel in. Ze was eigenlijk nog moe van gisteravond. Ze had het ook veel te laat gemaakt met dat cammen op internet. Ze was gewoon goed bezig vond ze zelf, fijn geld aan het verdienen. Ze moest toch ook een inkomen hebben dacht ze. Je kunt niet leven van liefdadigheid zoals dit vrijwilligerswerk bij bejaarden.

Sinds ze zich bij Camdate.com had ingeschreven en ze daar als performancer bezig was, had ze wel wat verdiend. Wel beter dan "wel wat", het was zelfs zo dat ze gisteren een Jackpot won van €750,- voor meest bekeken cam van de week. Gisteren alleen al 667 bezoekers. De duivel én God had ze grappend bedacht. A perfect day, ach ja, alles is relatief. Mooi nummer trouwens.

Het semi tragische ervan, en ook het slepende ritme, ja dat was iets waar ze wat mee kon, bewegen als een godin, het gekmakende ervan als ze zich steeds beetje bij beetje meer blootgaf, steeds een stukje verder ging totdat ze zichzelf niet eens meer wist in te houden en zich volop stortte op hetgeen verlangd werd, het vervullen van dat verlangen, haar eigen verlangen én daarmee dat van de klant. Ja een echte song voor haar performance, ze zou het misschien zelfs vanavond al gebruiken.

XXRoxanne, multi culti babe, overal voor in, ha ha, zo had ze zichzelf omschreven op Camdate. En de mannen gingen er voor, vrouwen ook trouwens. Roxanne, gestolen van The Police. You don't have to put on the red light, those days are over, nou ja, sort of dan, deze Roxanne had alleen toeschouwers, niemand in bed. XXRoxanne !! ,dat was ze...

Met wie had Lou Reed eigenlijk zo een perfecte dag gehad vroeg ze zich af, en of ze na het wandelen en het ijsje het ... nog gedaan hadden. Wat bedoelde hij nu eigenlijk met de zin You're going to reap just what you sow op het eind. Dat vond ze niet echt fijn klinken. Ook het stukje You made me forget myself. I thought I was someone else, someone good… was hij dat niet dan? Maar wat zit ik nou te mijmeren dacht ze en kwam weer bij uit haar overpeinzingen.

Bij binnenkomst had meneer Schmidt niets gevraagd of gezegd, wat een beetje raar was. Ze had hem een goede middag gewenst maar ook daarop geen reactie. Hij had alleen geknikt. Ze was doorgelopen naar de keuken, al pratend over wat ze ging doen, een soepje maken, en over dat ze naar de markt was geweest. Verse groenten, dat hebben we nodig bazelde ze wat voor zich uit zich afvragend waarom hij niets zei. Ze had het al snel opstaan want ze had de meeste voorbereidingen thuis al gedaan.

Gewezen had hij naar de stoel waar ze nu zat en hij had haar aangekeken met zijn helblauwe ogen, die ondanks de algehele sfeer die ze gevoeld had vragend naar haar keken. Vragend en vrolijk, nee, blij en onderzoekend, uitnodigend om zelf initiatief te tonen, om zelf te beginnen met vertellen. Wat ze zelf kwijt zou willen, niets dwingends hierin. Hij had de koffie geschonken. Eerlijk gezegd voelde ze zich er wel bij, bij die blik, heel anders dan ze van hun eerste ontmoeting had herinnerd of wat ze net had gevoeld, iemand met wie niet te spotten viel, maar niet veel van de openheid die ze nu zag.

Meneer Schmidt had haar toen pas een vraag gesteld. 'Wie ben jij?'

Nu zat ze daar al dik 5 minuten over te prakkiseren. Even had ze gedacht dat hij zo dement als een aardappel was maar dat betwijfelde ze nu ten zeerste. Ja natuurlijk had ze direct geantwoord maar meneer Schmidt was uitgevallen tegen haar. 'Nee, ik vraag je niet hoe de mensen je noemen of hoe je jezelf noemt maar wie je bent.'

'De thuishulp' was haar tweede antwoord geweest maar gesnoef was wat daarop volgde. Ze besloot de vraag te negeren en had zelf een vraag gesteld. 'Wat is de bedoeling van het naar beneden gooien van uw spullen'? Meneer had geantwoord 'dat ben ik niet meer'. Daarna was ze afgedwaald geweest, wat een antwoord ook?! En wat een vraag ook!? Nu was ze er weer bij en keek nogmaals om haar heen. Het warme weer drukte op haar. Een druppeltje zweet vormde zich op het zachte roze vlees in haar nek. Die boekenkast, dat boek. Dezelfde ogen, die blik, viel haar nu op. Van waar ze zat kon ze de titel niet lezen. Wel dat het boek van hem zelf was.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten