woensdag 15 juni 2011

Verhaal Merksplas/Hoogstraten: hoofdstuk 5 en 6 (laatste hoofdstuk)

Hoofdstuk 5

Ze keek net iets te opzichtig naar haar horloge. ‘Moet je nog ergens naar toe?’, vroeg Charlotte . Charlotte was een 85-jarige weduwe waar ze dagelijks langsging met een warme maaltijd. Suzanne schaamde zich een beetje dat ze de laatste tijd weinig aandacht aan haar had besteed. Pieter, want zo mocht ze hem ondertussen noemen, kwam op haar ronde na Charlotte en soms zou ze zelfs willen dat zij geen hulp meer nodig had en zo sneller naar hem kon gaan.

‘Heb je een vriendje waar je mee hebt afgesproken?’, ze grijnsde vol verwachting waardoor de puree tussen haar tanden wansmakelijk zichtbaar werd. Suzanne walgde bij de aanblik, draaide haar hoofd en keek door het vuile venster naar buiten. ‘Volgende keer was ik je ramen, Charlotte, … je ziet bijna de overkant van de straat niet meer.’

Tijdens haar opleiding had ze geleerd om proactief en niet te familiair om te gaan met haar cliënteel en tot nu toe had ze zich daar altijd netjes aan gehouden, maar met Pieter lag het anders. Zelfs tegen haar moeder had ze niet vertelt van de band die ze stilaan voelde met deze lieve oude man. Ze zou het niet begrijpen als ze zijn levensverhaal zou vertellen. Haar moeder waarschuwde altijd voor vlotte , charmante kerels. Suzanne vroeg zich af of ze Pieter zou kunnen weerstaan als hij haar leeftijd zou hebben. Ze had al wel enkele vriendjes gehad, maar Pieter straalde klasse uit, mysterieus en toch zo openhartig.

‘Hey, … heb je geen dessert bij?’, Charlotte bracht haar weer naar de realiteit.
‘Natuurlijk wel, ... tiramisu met speculaas ... dat lust je wel, he!’ Charlotte haar ogen glinsterden bij het zien van haar lievelingsdessert.
‘Ja, ... schrok het maar naar binnen, … goed zo’, Suzanne lachte bij deze onprofessionele gedachte.

Nadat ze Charlotte in haar zetel had geholpen en de afwas had gedaan, liep ze naar haar witte Renault Clio die was geparkeerd voor het huis. Bij het instappen checkte ze nog even de berichten op haar gsm. Tot haar verbazing waren er drie oproepen van een onbekend nummer. Moest ze nu reageren of het gewoon negeren? Suzanne besefte dat de vrouwelijke nieuwsgierigheid het uiteindelijk wel zou halen en besloot dan maar direct de voicemail te raadplegen. Meteen herkende ze de stem van mevr. Van Den Bulck, totaal overstuur.

‘Suzanne, je moet dringend komen, Mr. Schmidt loopt hier naakt door de gang, hij had zijn gsm bij zich en prevelt constant jouw naam. Ik heb je dan maar onmiddellijk gebeld.’ Suzanne wachtte niet tot ze was uitgesproken en drukte op ‘bellen’.

‘Sorry dat ik nu pas reageer mevr. Van Den Bulck, maar ik ben mijn ronde aan het doen. Waar is Mr. Schmidt nu?’ Suzanne voelde dat er iets ernstig was gebeurd en duwde het gaspedaal dieper in.
‘Niet erg liefje en noem me maar Juliette. Ik heb het ondertussen onder controle … Mr. Schmidt zit hier bij mij een kopje groene thee te drinken, helaas met kleren aan.’ De bulderlach die daarop volgde deed Suzanne naar haar gsm kijken. Vreemd , de treurende weduwe bleek plots veranderd te zijn in de lustige weduwe.

De drie kilometer tussen het huis van Charlotte en het flatgebouw van Mr. Schmidt leken wel uren te duren maar uiteindelijk parkeerde ze haar auto in de schaduw van het gebouw.

‘Rustig’ , prevelde ze binnensmonds, ‘het heeft geen zin om je emoties los te laten, ... stay focused!’
De lift bracht haar tot aan de donkerbruine voordeur van mevr. Van Den Bulck. Een vaalgeel papiertje naast de deurbel verwittigde dat deze stuk was en dat je maar hard moest kloppen. Suzanne klopte eerst zachtjes maar nadat ze geen gehoor kreeg namen de zenuwen het van haar over.

‘Mevr. Van den Bulck?, … Juliette?, … het is Suzanne hier!!!!’ Haar stem klonk luider en luider in de lange gang, de stiltes tussen de woorden werd enkel onderbroken door het zoemende geluid van de wandverlichting .

Plots ging achter haar de deur open, ze draaide zich om en zag mevr. Van Den Bulck in de deuropening. ‘Hey Suzanne, wat is er zo dringend? Wordt Pieter zijn eten koud?’ Suzanne kon de humor er niet van inzien en stormde zijn appartement binnen.

‘Pieter , wat is er gebeurd?’, vroeg ze verschrikt.
‘Ach Suzanne, je kent me ondertussen, he. Ik had weer een black out, niets erg hoor’, antwoordde hij.
Natuurlijk kende ze hem, en veel beter dan dat. Ze kon zien dat hij niets kon zeggen zolang Juliette aanwezig was. Die leek echter niet van plan om hen alleen te laten, want zijn woorden waren nog niet koud of ze plofte in de fauteuil.
‘Euhm, mevrouw Van Den Bulck, als je het niet erg vindt, zou ik nu graag mijnheer Schmidt zijn wasbeurt willen geven.’ Ze draaide daarbij haar hoofd van Juliette naar de deur.

Dit zou ze wel begrepen hebben en inderdaad, met een diepe zucht bracht ze haar oude beenderen in beweging.
‘Ok, ik weet wanneer ik niet gewenst ben. De volgende keer als Pieter nog eens naakt rondloopt, zal ik je niet meer lastigvallen‘, met een glimlach die veelzeggend was verliet ze de flat.

Nadat Juliette de deur achter zich dicht had getrokken, hoorde Suzanne de diepe lach van Pieter. ‘Ah Suzanne, zullen we er dan maar direct aan beginnen’, met een sierlijke zwaai bracht hij zijn rechterhand naar de bovenste knoop van zijn hemd. ‘Stop maar Pieter, je weet goed genoeg dat ik Juliette hier anders niet buiten kreeg.’ Suzanne en Pieter moesten lachen bij de gedachte dat zij hem onder de douche zou zetten.

‘Wat is er nu gebeurd, kom op vertel?’, vroeg ze terwijl de waterkoker werd gevuld voor twee instant koffie.
Pieter keek haar aan en plaatste zich in de fauteuil waar Juliette net daarvoor nog in had gezeten.
Hij vertelde hoe hij aan een goede vriend in het gemeentehuis had gevraagd of hij te weten kon komen dat Lilly nog leefde of niet.
‘Sterker nog, ze woont hier in de stad’, waren de laatste woorden voor hij van het zwarte goud dronk.

Hoofdstuk 6

Veertien dagen nadat Suzanne Pieter had moeten ‘bevrijden’ uit de armen van Juliette was het zover. Hij zou vandaag zijn lang vervlogen liefde terug zien.
Pieter had aan Suzanne gevraagd of ze, als morele steun, met hem wilde meegaan. Suzanne had ingestemd omdat ze wist dat hij door te sterke emoties wel eens vreemde dingen deed en misschien was het maar best dat ze dan in de buurt was.

Normaal ging ze steevast op zaterdag met haar moeder winkelen in het centrum van de stad maar nu moest ze dus een smoes verzinnen, wat ze niet graag deed.
Via de telefoon zou het al iets gemakkelijker gaan en dus wachtte ze op de stem aan de andere kant van de lijn. ‘Hallo liefje, wat leuk je te horen’, begroette haar moeder Suzanne.
‘Ja, moeder, ik kan helaas niet mee vandaag. Een verre vriendin is in de stad en ik kan alleen vandaag met haar afspreken’, loog Suzanne. Ze voelde zich rood aanlopen, wat een geluk dat haar moeder haar nu niet kon zien.

‘Ach , dat is niet erg. Ik wou je zelf al laten weten dat ik eens ga kijken naar de nieuwe katjes van Tante Floor’.
Verdorie, moest ze daarvoor liegen tegen haar moeder.
‘Ok mams, ik spring morgen misschien nog wel even binnen’, en bij het inhaken viel er een grote last van haar schouders.

Ze zou eerst met Pieter gaan lunchen, om daarna rustig naar het café om de hoek te gaan waar de ontmoeting zou plaatsvinden. Suzanne vond het zelf bijzonder spannend, eindelijk zou ze de vrouw zien waar Pieter zo met twinkelingen in zijn ogen had over verteld.

Toen Pieter de deur opendeed moest ze even slikken.
Daar stond hij, de zonnegloed scheen als een gloed rond het donkerblauwe maatpak. Zijn zilvergrijze haren strak naar achter met de gel die ze vorige week had meegebracht, de glimlach rond zijn mond lachte zijn witte tanden bloot.

‘Dag Suzanne, je ziet er stralend uit’. Pieter wist hoe hij een vrouw kon charmeren.
‘Hey Pieter, tja, ... ik moet er wel deftig uitzien, he, op deze speciale dag’, antwoordde ze blozend.
Hij nam haar hand en draaide haar rond alsof ze in slow motion aan het dansen waren.
‘Kom’, zei Suzanne, ’ze verwachten ons in De Florentijn’.
‘Nog even‘, suste Pieter, die, terwijl hij haar losliet, naar het donkerbruine bureau in de hoek wandelde. Hij opende de bureaulade, haalde er iets uit, keek naar Suzanne en zei: ’Hier, een cadeautje, ... omdat je mij hebt doen inzien dat men soms wel terug kan gaan in de tijd’.

Suzanne opende de witte verpakking met rode strik, haar ogen schoten vol wanneer ze het prachtige Gucci-uurwerk in het doosje zag liggen. ‘Mijnheer Schmidt, … dat hoefde je toch echt niet te doen!!!!’

‘Ach .,.. is het nu ineens weer Mijnheer Schmidt ?’, vroeg hij glimlachend terwijl hij haar een kus op het voorhoofd gaf.
‘Bedankt Suzanne, ... voor alles ... ‘ Haar ogen kruisten de zijne terwijl tranen beiden het zicht vertroebelden .

De deurbel verstoorde hun innig moment . ‘Tja’, zei Pieter. ‘ Saved by the bell, dat zal onze chauffeur zijn, … kom we gaan’.

De taxi bracht hen naar het restaurant, waar een prachtige tafel met zicht op de haven hen verwelkomde.
Tijdens het eten zag Suzanne dat hij moeite had om zich te concentreren. ‘Ach nee’, dacht ze, ’het zal toch niet waar zijn, ... niet nu!’

Ze probeerde hem subtiel tot rust te laten komen door over haar jeugd te vertellen, hoe ze haar vader nooit had gekend, wat voor een prachtige vrouw haar moeder is en dat ze hoopte ooit zo een band met haar kind te kunnen hebben .
Pieter luisterde aandachtig en tegen dat ze naar buiten gingen en de frisse wind hen tegemoet blies, was hij weer helemaal de oude.

‘Goh Suzanne, … je bent echt geweldig, … ik besef maar al te goed wat je daarnet hebt gedaan’, zei hij terwijl zijn hand de hare beetnam en richting café De Merel stapte.

De donkergrijze deur opende zich met een diepe zucht, Suzanne speurde in het bruine café. ‘Geweldig !’, dacht ze, ‘door de dichte rook zie je amper wie er aan het tafeltje naast de deur zit, laat staan vijf meter verder’. Ze glimlachte bij de gedachte dat het algemeen rookverbod blijkbaar ook haar uitzondering op de regel had.

Pieter keek rond en schudde het hoofd. ‘Neen’ zei hij, ‘ ze is er nog niet’. Een diepe teleurstelling was duidelijk van zijn gezicht te lezen.
Ze besloten halverwege het café te gaan zitten , helaas voor Suzanne zat ze met haar rug naar de deur.

Pieter roerde door zijn koffie alsof hij de tijd zo verder kon draaien, zijn ogen gleden van de deur naar de klok boven de toog en terug.
Suzanne legde haar hand op de zijne : ‘Rustig nou maar, ze komt heus wel’.
Hij glimlachte en keek naar het horloge dat haar hand sierde.
‘Wat leuk, zo kan ik ook zien hoe laat het is’, knipoogde hij.

Plots bleven zijn ogen gefixeerd op de deur en nog voor Suzanne zich kon omdraaien stond hij recht en prevelde : ‘Irene! ...‘
Suzanne keek om en haar ogen knipperden vol ongeloof bij het zien van zijn oude liefde. ‘Moeder, … wat doe jij hier?’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten